Lotje en Dorus, praten over de dood
Blogpost door: miriam-van-broekhuizen
Geplaatst op: 15-05-2012 om 20:30
Het overlijden meemaken van dierbaren is iets dat bij het leven hoort, staat in de boeken. De dood hoort "gewoon" bij het leven. Want ieder leven zit vol tegenstellingen. Er gebeuren nou eenmaal dingen waar je blij van wordt, waardoor je je krachtig voelt. Maar er gebeuren ook dingen die erg vervelend en naar zijn; waarbij je je afvraagt: kan ik ooit weer onbezorgd door het leven gaan? Iedereen krijgt zijn deel; om met zowel geluk als met verdriet om te gaan. Al voelt dat soms niet zo... Ik weet: het leven kan niet alleen maar mooi zijn. Ook tegenslagen horen daarbij. Het is ingewikkeld om om te gaan met verlies. Je ervaart misschien emoties die je nog nooit eerder zo hebt ervaren. De dood overkomt je, soms zomaar ineens. Dat kan je niet tegenhouden, eens gaat het gebeuren. De meesten onder ons stoppen dit idee het liefst maar ver weg, heel ver weg. Achter een deurtje waarvan alleen jij de sleutel hebt... En in je hart weet je dat voor iedereen die eens geboren wordt ook de dag zal aanbreken. Dat ook diegene zal moeten sterven.
Alles waar je echt van houdt,
zal warmte blijven geven.
Ook al is het niet gebleven,
of geworden wat je wou.
’t Blijft altijd een deel van jou,
een stukje van je leven.
Robert Long, zanger.
In een pubergezin als dat van ons gebeuren dagelijks bijzondere dingen. Pubers kunnen wispelturig zijn! Ze ervaren emoties enorm heftig. Ze kunnen het ene moment vreselijk gelukkig zijn, maar het andere intens verdrietig, of zich afgewezen voelen. Dat voelen ze dan in hun hart. De emoties, die sterk kunnen wisselen, komen in rap tempo omhoog. Zo ook in de week van de opbaring van de opa van Brit en Lars.
Opa, overleden na een langdurig bestaan met hartproblemen, is in onze voorjaarsvakantie toch nog onverwacht overleden. We werden er met z’n allen door overvallen; hoewel we al een poosje wisten dat zijn leven aan een zijden draadje hing. Op een avond is het zomaar gebeurd. Ons gezin werd met vragen opgezadeld die horen bij een overlijden. Maar we werden er zo door overvallen. Totaal onvoorbereid hierop. Tja, welke kist wil je eigenlijk? En, waar gaat opa heen? In de aula van een crematorium? Of thuis? Maar waar dan? Gelukkig was oma er toen nog, zij had een duidelijke mening. Ze vond dat opa gewoon thuis moest blijven. Hij is thuis overleden, dus ook thuis opgebaard. In een crematorium is het zo koud en ongezellig. En zo gebeurde het, dat opa dus in het logeerbed lag. Boven, tegenover de ouderlijke slaapkamer.
Tja, als je er al eens over nagedacht hebt, is het misschien minder moeilijk om te beslissen. Maar als je dat nog nooit hebt gedaan? Het leven en de dood zijn met elkaar verbonden, eens krijgen we er allemaal mee te maken. Maar Brit en Lars, onze pubers? Natuurlijk hebben we het er regelmatig over gehad, dat opa’s leven aan een zijden draadje hing. Maar kan je dat beseffen als je elf bent en als je veertien bent? Feit was dat opa nu boven opgebaard lag. Hoe ga je daarmee om? Ik heb de verschillen gezien tussen Brit en Lars. Vooropgesteld dat alles goed is. Iedereen verwerkt de dood op zijn eigen manier. Maar als moeder, als juf, wil je het beste voor je kinderen. Wil je dat begeleiden. Op een zo goed mogelijke manier. Je hebt daardoor zelf verschillende rollen. De ene keer ben je moeder, en troost je; het andere moment ben je dochter, en troost je je moeder. En weer een ander moment voel je je een dochter, die net haar vader heeft verloren... Maar wat voelen mijn kinderen, wat ervaren Brit en Lars? Hoe gaan ze om met hun opa? Net overleden, maar zijn lijf dat boven in bed ligt? Hoe ga je daarmee om?
“Opa heeft het koud, mama”Ook Ruben, Max en Mara kwamen regelmatig thuis, thuis in het huis van opa en oma. Zo vreselijk lief en aandoenlijk, hoe jonge kinderen ermee omgaan. Elke dag bij binnenkomst riep Mara: 'hee opa, waar ben je? Opa waar ben je nou?', terwijl ze wist dat hij boven lag. En Ruben liep meestal direct door naar boven. Dan keek hij onder de dekens, en voelde aan opa’s benen. 'Opa heeft het koud, mama', zei hij dan. En Mara vertelde in de woonkamer, elke keer weer, dat er ook een bord voor opa gedekt moest worden, omdat hij zo naar beneden kwam om met ons mee te eten. Voor oma wel eens lastig, die directe manier van communiceren van de kleinkinderen. Maar ook weer goed dat ze zeggen wat ze op hun hart hebben. Door de opmerkingen van de kinderen ben je er heel bewust mee bezig. Je kan er niet omheen. Maar ook confronterend dat de jongste zegt: 'opa ogen doen, oogjes open, Opa. Toe...', wetende dat dat niet gaat gebeuren...
Zo’n beetje om de dag kwamen Brit en Lars naar het huis van opa en oma. Zo verschillend als ze zijn, zo verschillend reageerden ze ook op het feit dat opa thuis opgebaard lag. De kleintjes Ruben, Max en Mara waren er niet elke dag. Dat kostte teveel energie. Als de kleintjes er waren, waren het Brit en Lars die zich om hen bekommerden. Ze namen ze regelmatig mee naar de speeltuin, of gingen naar de overkant om eendjes te voeren. Dat was een mooie afleiding. Kinderen springen nu eenmaal van de hak op de tak. Het leven nemen ze met een lach en met een traan. En dit wisselde elkaar in hoog tempo af. Brit wilde vanaf het begin meteen mee naar opa. De eerste keer gingen we samen. Lars zag het niet zitten, keek al helemaal bedremmeld en beduusd als Brit hem mee vroeg. Ik benadrukte dat het allemaal goed was, maar dat Lars zich wel mocht beseffen dat het deze week nog kon, en na de crematie niet meer. Dus je beslissing kan dan niet meer teruggedraaid worden.
Het was voor beiden de eerste keer in hun leven dat ze een dode zouden zien. De kleintjes gingen heel natuurlijk mee, zagen en voelden het lijf. Hun moeder vertelde dat het leven eruit was, dat opa nu een sterretje was geworden. Voor Brit en Lars ook confronterend; zij beseften dat het niet meer terug te draaien was, onherroepelijk. Opa is dan wel een ster geworden, knuffelen met hem zou nooit meer mogelijk zijn. Voor hen een besef, voor de kleintjes niet. Brit sloop regelmatig in haar eentje naar boven. Dan praatte ze tegen opa; vertelde ze hem haar verdriet, dat ze hem zo miste. Ze sprak met hem, deelde haar zorgen. Ze durfde hem niet aan te raken. Soms werd ze overmand door verdriet. Als er anderen bij waren, hield ze zich goed. Maar als ze alleen met hem was, liet ze zich gaan. Zo belangrijk waren haar momenten met hem alleen. Lars echter, nam zijn tijd om te beslissen wat hij wilde. Ik zag hem nadenken die week. Hij was in het begin heel stellig. Dan vroeg bezoek hem om mee te gaan, en reageerde hij heel direct met zijn 'nee'. Hij zag hoe zijn zus steeds aangedaan terugkwam van boven. Hij zag wat het met mij deed. Hij zag het verdriet van anderen. Op zijn eigen momenten had hij zijn verdriet.
Gelukkig kwam ook hij los. Op een dag, vlak voor de crematie, gaf hij aan dat hij aan het eind van de dag naar opa zou gaan. Hij had zich voorgenomen om toch te gaan. Ik besprak het met hem, bereidde hem een beetje voor. Ik vertelde dat opa erg op opa leek, dat het leek of hij sliep. De kleur in zijn gezicht was ook weer bijgetrokken. Op de avond van zijn overlijden zag hij zo wit, zo in-en-in-wit. Dat heeft Lars ook meegekregen. Nu kon ik hem vertellen dat zijn gezicht een mooie bruin/rode kleur op zijn wangen had.
En zo werd 't het eind van de middag. Ik zei dat we bijna naar huis zouden gaan. Ik keek Lars aan. 'Ja', zei hij, 'ja, we gaan zo. Maar ik wil eerst even naar opa'. Zijn zus Brit was zo lief voor hem. 'Wil je dat ik meega naar opa?' En zo liepen we met z’n drietjes naar boven. Met kloppende harten. Brit en ik liepen voor. Ook Lars ging naar binnen. 'Hoi opa. Hier ben ik dan'. Gauw keek hij naar de bloemen die we bij ooa gelegd hadden. 'Wat ruiken de bloemen lekker, he opa?', zei Lars trillend. Hij kroop naast me, onder mijn schouder. Heel af en toe keek hij heel even naar opa. Hij probeerde grappig te doen, dat is wat Lars altijd doet. Vooral ook bij moeilijke momenten. Dus ook nu. Brit en ik keken elkaar aan en wisselden een blik. 'Lars, wat goed van je, dat je naar opa bent gegaan'. En Lars? Lars begon heel hard te huilen.
Plaats een reactie
Andere columns van miriam-van-broekhuizen
-
In de kast, uit de kast! Over het hebben van een kort lontje.
Zie je hem voor je, zo'n kast met allemaal laatjes en deurtjes erin? Waar je van alles in kan stoppen? Proppen? Alles wat je tegenkomt duw je achter een deurtje. Of een laatje. Hups, nog een sok. En een onderbroek! En een stapel foto's. Wat dan ook. Lekker...
In de kast, uit de kast! Over het hebben van een kort lontje. -
Gewoon even pinnen, papa!
Ja ja de voorjaarsvakantie komt er weer aan! Iedereen kijkt ernaar uit. Even helemaal niks, geen school, geen werk. Opladen gaan we! Dus gezinnen met kinderen gaan erop uit. Op naar de zon, een skioord of in eigen land naar een huisje op een park of een hotelletje...
Gewoon even pinnen, papa! -
Help....de peuterpubertijd!
Van de week in de supermarkt zag ik het weer eens gebeuren. Een driftig klein kereltje, hij zette zijn gezicht op zijn allerboost. Ik zag hoe hij een prullip maakte, zijn armpjes gingen over elkaar, zijn beentjes bleven stokstijf staan. Voor het rek met de snoepje...
Help....de peuterpubertijd!