Naar oma
Blogpost door: sita-van-der-meer
Geplaatst op: 10-04-2012 om 20:54
De treinreis naar oma, van Hilversum naar Leeuwarden, duurt ongeveer drie uur. Erg lang voor Pieter die nog geen drie seconden stil kan zitten, maar optimistisch gestemd stappen we de coupé binnen en vinden een plekje tegenover een oude dame. Ze lacht vriendelijk tegen Pieter en kroelt hem even door z’n haar. ‘Jij hebt ook haartjes’, zegt Pieter. ‘Die zijn blauw!’ Een waarheid als een koe, die de vriendelijke glimlach echter doet vervagen... Daarna stapt hij nog een keertje of zes op haar tenen met zijn nieuwe “echte mannenbergbeklimschoenen” en vraagt haar honderd keer ‘hoe heet jij?’, want hij kan maar niet geloven dat ze tante Treintje heet. Het duurt dan ook niet lang of tante Treintje probeert zich aan de vrij eenzijdige conversatie te ontrekken door haar ogen te sluiten en te doen alsof ze slaapt. ‘Is ze dood mam?’ ‘Nee lieverd, ze slaapt’. ,O! Maar ze lijkt wel dood!’ Tante Treintje besluit ergens anders (zo ver mogelijk bij ons vandaan) verder te dutten.
In Amersfoort zeul ik trappen op en af met buggy, koffer, handtas en uiteraard Pieter die momenteel erg verrukt is van het wegloopspelletje en van mijn gebrek aan handen volop misbruik maakt. Zweterig en al iets minder optimistisch stappen we de volgende trein in. Op het moment dat de trein wegrijdt, vraagt hij luidkeels: ‘mama, ben ik geboren?’ O jee, denk ik, nu toch geen ingewikkelde verhandelingen in een volle coupé... ‘Ja Pieter, jij bent geboren’. ’O. Ben jij ook geboren?’ ‘Ja, ik ben ook geboren’. Pieter kijkt bedachtzaam voor zich uit en ik vrees de volgende vraag. Dan haalt ie z’n schoudertjes op en zegt: 'leuk'. Daar mazzel ik dus mee. Pieter pakt een brandweerauto en imiteert het geluid van de sirene. Levensecht, vooral qua volume. Ik probeer hem een beetje te dimmen, maar het "teee-tuuu" blijft genadeloos door de coupe knallen. Een medereiziger zucht veelbetekenend en vooral hoorbaar; de buurjongen van Pieter zet demonstratief een walkman op. Dan komt de meneer met de “snoepkar” langs en een blikje chocolademelk levert een paar rustige minuten op. Tot Pieter zich op een verschrikkelijke manier verslikt en de chocolademelk in de rondte sproeit over z’n eigen nieuwe beige trui (wat zal oma die mooi vinden), maar vooral ook over de broek van de buurjongen. Deze neemt gemelijk een zakdoekje en een excuus aan, maar meldt wel met klem dat de broek pas nieuw is en heel duur was. Toch krijgt hij het voor elkaar om even vergevingsgezind naar Pieter te glimlachen, die geschrokken naar de broek zit te kijken. De glimlach beantwoordt Pieter met een knallende boer die vergezeld gaat met een laatste slokje bruine drap. ‘Wat zeg je dan?’ vraag ik opvoedkundig. ‘Dankjewel’, zegt Pieter beleefd en op z’n trui wijzend. ‘Kijk mam! Het lijkt wel poep'. Dat brengt hem meteen op een nieuw idee: hij moet plassen.
Op het moment dat ik de wc-deur open doe, deinst Pieter achteruit en besluit dat 'ie daar beslist geen gebruik van gaat maken. Wel moet hij erg nodig. Na lang doorpraten en met het overtuigende maar weinig feministische argument dat echte mannen op alle wc's durven plassen, krijg ik hem uiteindelijk zover. Mijn overredingskracht heeft helaas te lang geduurd. Het onderbroekje is al doorweekt en ook op de spijkerbroek zit een allesverradende natte plek. ‘Het is maar een druppeltje hoor mama’, zegt Pieter troostend, en moedig deponeert hij een piepklein restje in het (inderdaad weerzinwekkend smerige) toilet. Intussen heb ik visioenen van een gestolen handtas die ik heb laten liggen (stel dat de buurjongen besluit om op eigen wijze de door ons toegebrachte schade te gaan vergoeden), maar gelukkig schat ik mensen regelmatig verkeerd in, want de tas staat er nog. Pieter heeft het inmiddels wel gehad met de treinreis en jengelt om de drie seconden: ‘zijn we er bijna?’ en ontdekt daarbij het klepje van de asbak om dit riedeltje muzikaal te begeleiden. Dan krijgt de buurjongen een werkelijk briljante inval: hij zet royaal zijn walkman op Pieters hoofd, en met het beoogde effect: Pieter luistert ademloos en ineens is het stil in de coupé. Opgelucht laat ik me achterover vallen en steek een dankbare duim op tegen een voldaan grijnzende buurjongen. Na alle commotie is die onverwachte rust schijnbaar een beetje ongemakkelijk en mensen beginnen voorzichtig een praatje met elkaar en vooral ook met mij, over het reizen met kinderen. Het duurt maar kort of iedereen zit volop met elkaar te kleppen. Er is er maar eentje die zich van het gekakel afzijdig houdt en in stilte geniet. Hij houdt dit vol van Meppel tot Leeuwarden waar hij (niet geheel vrijwillig, en zeker niet zonder luidkeels protest) de walkman terug moet geven.
In Leeuwarden staat oma al met een blij gezicht op het perron te wachten. Nadat ze Pieter uitgebreid heeft begroet schiet het haar te binnen dat ik ook nog meegekomen ben. Ik vraag haar om even door het centrum te rijden omdat ik een walkman moet kopen. ‘Een walkman?’ zegt mijn moeder verbaasd. ‘Kind, dat vind ik nou niks voor jou'. ‘Toch wel mam’, zeg ik. 'Sterker nog, ik snap niet hoe ik het al die tijd zonder heb gedaan'.
Plaats een reactie
Andere columns van sita-van-der-meer
-
Lang leve de toekomst
Lang leve de toekomst… (of toch niet?) Pieter doet momenteel HAVO 3. In HAVO 2 werd toch al een beetje aangestuurd om na te denken over de eventuele richting die je zou willen kiezen. Pieter zwabbert heen en weer van architect naar bioloog, arc...
Lang leve de toekomst -
112
Het is een prachtige nazomerse dag. Pieter is pas vier geworden en speelt buiten met de buurtkinderen. In kleine zwembroekjes, gewapend met grote waterpistolen gaan ze elkaar te lijf. Druipend komen ze af en toe wat drinken of een ijsje halen, rode wangen van opwi...
112 -
Beste ADHD'ers
Beste ADHD'ers, ODD'ers, Aspergers, PDD-NOSSER's, ADD'ers, Dyslecten, MCDD'ers, Selectief Mutismers, Dyscalculators, etc. etc.. Gefeliciteerd... Na vele cursussen zijn wij, leraren, erin geslaagd jullie allemaal netjes “i...
Beste ADHD'ers